2 Samuel 18:33

SVToen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!
WLC‏וַיִּרְגַּ֣ז הַמֶּ֗לֶךְ וַיַּ֛עַל עַל־עֲלִיַּ֥ת הַשַּׁ֖עַר וַיֵּ֑בְךְּ וְכֹ֣ה׀ אָמַ֣ר בְּלֶכְתּ֗וֹ בְּנִ֤י אַבְשָׁלוֹם֙ בְּנִ֣י בְנִ֣י אַבְשָׁל֔וֹם מִֽי־יִתֵּ֤ן מוּתִי֙ אֲנִ֣י תַחְתֶּ֔יךָ אַבְשָׁל֖וֹם בְּנִ֥י בְנִֽי׃
Trans.19:1 wayyirəgaz hammeleḵə wayya‘al ‘al-‘ălîyaṯ hašša‘ar wayyēḇəḵḵə wəḵōh| ’āmar bəleḵətwō bənî ’aḇəšālwōm bənî ḇənî ’aḇəšālwōm mî-yitēn mûṯî ’ănî ṯaḥəteyḵā ’aḇəšālwōm bənî ḇənî:

Algemeen

Zie ook: Absalom


Aantekeningen

Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

toen

יִּרְגַּ֣ז

werd zeer beroerd

הַ

de

מֶּ֗לֶךְ

koning

וַ

en

יַּ֛עַל

ging op

עַל־

naar

עֲלִיַּ֥ת

de opperzaal

הַ

der

שַּׁ֖עַר

poort

וַ

en

יֵּ֑בְךְּ

weende

וְ

en

כֹ֣ה׀

alzo

אָמַ֣ר

zeide hij

בְּ

in

לֶכְתּ֗וֹ

zijn gaan

בְּנִ֤י

Mijn zoon

אַבְשָׁלוֹם֙

Absalom

בְּנִ֣י

mijn zoon

בְנִ֣י

mijn zoon

אַבְשָׁל֔וֹם

Absalom

מִֽי־

Och, dat

יִתֵּ֤ן

ware

מוּתִי֙

gestorven

אֲנִ֣י

ik

תַחְתֶּ֔יךָ

voor

אַבְשָׁל֖וֹם

Absalom

בְּנִ֥י

mijn zoon

בְנִֽי

mijn zoon


Toen werd de koning zeer beroerd, en ging op naar de opperzaal der poort, en weende; en in zijn gaan zeide hij alzo: Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik, ik voor u gestorven ware, Absalom, mijn zoon, mijn zoon!

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!